WELKE RADIATOR HEB IK NODIG?

Welke radiator gebruikt wordt heeft te maken met waar de radiator geplaatst wordt, de capaciteit die nodig is, en hoeveel ruimte er voor de radiator is. In principe kunnen we de radiatoren opdelen in design- en paneelradiatoren. Paneelradiatoren zijn weer onder te verdelen in enkel, twee of drie plaats radiatoren veelal met convector-ribben. De radiatoren met convector-ribben hebben zo’n 30% meer opbrengst.

VOORBEELD BEREKENING.
STAP 1. Bereken de kubieke meters van de te verwarmen ruimte (Lengte x Breedte x Hoogte).
We nemen onderstaande afmetingen van een badkamer als voorbeeld. 
Lang 4,5 x Breed 2,5 x Hoog 2,6 = 29.25 m³

STAP 2. Bepaal de gewenste temperatuur. Bekijk onderstaande afbeeldingen van ruimtes en bepaal de Watagge voor de radiator.

STAP 3. Door het aantal kubieke meters van de kamer te vermenigvuldigen met de benodigde watt per m³ van de ruimte, krijg je de totale Wattage dat de radiator moet hebben.
De badkamer is  29.25 m³ x 93 Watt = 2720.25 Watt.


STELREGELS VOOR HET PLAATSEN VAN EEN RADIATOR.
REGEL 1. Plaats de radiator altijd op de koudste plek (Bijvoorbeeld onder een raam of een buitenmuur).

REGEL 2. Houdt de radiator aan onder en bovenzijde minimaal 10 cm vrij en minimaal 5 cm vrij van de wand. Dit zorgt ervoor dat er een betere luchtcirculatie langs de verwarming mogelijk is.

REGEL 3. Beter is het om een wat grotere ruimte met meerdere verwarmingselementen te verwarmen. Dit zorgt voor een betere spreiding van de warmte.

REGEL 4. Bij een oud of een slecht geïsoleerd huis moet ongeveer 15% meer Wattage berekend worden om de juiste temperatuur te kunnen behalen. Bij een vrijstaand huis of een hoekwoning is dit ongeveer 10% extra.

REGEL 5. Wanneer een verwarmingspijp door een muur heen moet, zorg er dan voor dat het gat wat ruimer is. Dit voorkomt het tikken door krimpen en uitzetten van de pijp.

REGEL 6. Gebruik je een thermostaatkraan, plaats de kraan dan nooit omhoog. Dit werkt nadelig voor de temperatuurregeling.


BEVESTIGEN EN AANSLUITEN.
Wanneer we een radiator bekijken zien we vier aansluitpunten:
AANVOER. LINKSBOVEN, hier komt de kraan of thermostaatkraan.
ONTLUCHTING. RECHTSBOVEN, hier komt het ontluchtingskraantje.
AFTAPPEN. RECHTSONDER, hier kunt u water aftappen, dit mag ook een stop zijn.
RETOUR. LINKSONDER, voor de afvoer van het water.


STAPPEN VOOR HET BEVESTIGEN EN AANSLUITEN VAN EEN RADIATOR.

STAP 1. Bevestig de beugels van de radiator op de muur.

STAP 2. Hang de radiator in de beugels. Stel hem zo dat het ontluchtingsventiel het hoogst zit, maar wel zo dat je dit niet ziet. Zo kan alle lucht er uit bij het ontluchten.

STAP 3. Breng het ontluchtingskraantje en het aftapkraantje aan. Het schroefdraad wordt in tegengestelde draairichting van teflontape voorzien voor een waterdichte afsluiting.

STAP 4. Draai de kraan of thermostaatkraan en de afvoerverbinding op het verwarmingselement. Ook hier wordt de schroefdraad in tegengestelde draairichting van teflontape voorzien voor een waterdichte afsluiting.

Vanaf de ketel loopt een aan- en een afvoerleiding met een diameter die meestal 28mm (of 22mm) dik is. Vaak wordt deze als “ringleiding” overgenomen door een leiding van 22 mm. Om vanaf deze leidingen naar een radiator te komen wordt een leiding van 15 mm gebruikt.

STAP 5. Maak een aftakking van de ringleiding naar de radiator. Zorg dat je de kortste weg naar de radiator neem met zo min mogelijk bochten. Zet deze leiding met beugels aan de muur vast.

LET OP! De afstand tussen de beugels mag max. 1,2 meter zijn.
Bochten voor de verwarming kun je buigen, maar ook maken met een bocht knelkoppeling.
CV leidingen worden afgekort met een pijpensnijder, hierdoor heb je een rechte pijp en minder kans op lekkage

STAP 6. Sluit doormiddel van knelkoppeling de aan- en afvoer aan de verwarming. Let er wel op dat de aanvoer altijd de aanvoer is, en de retour altijd de retour is.

STAP 7. Is alles goed aangesloten? Vul dan het systeem met water.

STAP 8. Geeft de drukmeter van de ketel een druk van 1,5 tot 2 bar aan, sluit dan de watertoevoer.

STAP 9. Ontlucht alle radiatoren. Begin met de hoogst geplaatste radiator.

STAP 10. Controleer nog eens of de druk nog steeds op twee bar staat. Is dit niet het geval? Vul dan nog eens bij en ontlucht het systeem.

STAP 11. Controleer op lekkages bij de aansluitingen en knelkoppelingen.

STAP 12. Als laatste kunnen alle plaatsen waar een leiding door muur of plafond heen komt, afgewerkt worden met een kunststof rozet.

Als je gebruik maakt van een verdeler en alupex slang, dan kun je gewoon vanuit de verdeler, rechtstreeks de aanvoer en retour trekken naar een radiator (weggewerkt in bijvoorbeeld de vloer). Hier geldt bij bijv. 5 radiatoren een 5-groeps verdeler.

© 2013 - 2024 Arsenius Bouwmaterialen | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel